Kerstavond is een bijzondere avond voor velen. Voor mij is het vanavond ook een bijzondere avond. Ik ga naar mijn vader in het verzorgingstehuis om daar deze avond met hem door te brengen. Normaliter doen we met het hele gezin en aanhang vaak kadootjes op deze avond. Dit jaar is deze avond anders.
Mijn vader vertelt dat hij vandaag met de geestesbegeleider gesproken heeft. Hij heeft een tijd lang in de stilte ruimte gezeten. Het was een bijzonder gesprek zei hij. De geestesbegeleider is volgende week niet aanwezig. Hij heeft daarom een gedicht aan mijn vader gegeven. Het lijstje met het gedicht staat op zijn nachtkastje. Het is een gedicht van Dietrich Bonhoeffer. De titel van het gedicht is afscheid nemen.
Afscheid nemen
is met zachte vingers
wat voorbij is dichtdoen
en verpakken
in goede gedachten der herinnering…
Is verwijlen
bij een brok leven
en stilstaan op de pieken
van pijn en vreugde…
Afscheid nemen
is met dankbare handen
weemoedig meedragen
al wat waard is
niet te vergeten…
Is moeizaam
de draden losmaken
en uit het spinrag
der belevenissen loskomen
en achterlaten
en niet kunnen vergeten…
Ik krijg een brok in mijn keel en moet een traan laten. Ik vind het mooi. Waarschijnlijk is mijn vader rustig op zijn manier afscheid aan het nemen. Ik besef me dat dit voor iedereen een moeilijk een proces is of wordt.
het is en blijft moeilijk. Ik kan me niet voorstellen hoe het voelt als je zelf aan het afscheid nemen bent..
Mijn vader had hoe bizar ook vlak voor zijn ongeluk een bijzonder gedicht uit de krant gescheurd. Niet wetend dat die ons enkele weken later zou verbazen.
Mooi maar ook verdrietig tegelijk.