Balans …

Vanmiddag maak ik een wandeling in de stad. Ik probeer even aan niets anders te denken en hopelijk wordt het unheimische gevoel in mijn lijf wat minder. Hier en daar drink ik een koffietje en lees ik een krantje of tijdschrift. Zo wandel ik ik uiteindelijk twee uur door de stad.

Om kwart over vier spring ik in mijn auto om samen met mijn oom en zijn vriendin naar mijn opa te gaan. Wonder boven wonder doet mijn opa het qua omstandigheden nog hartstikke goed. Ik vind het dan vanzelfsprekend ondanks ik het heel moeilijk vind om hem nu te zien dat ik bij hem langs ga.

Bij mijn opa blijkt al snel dat ik eigenlijk geen woorden heb en mijn opa ontdaan is van de situatie. Ik probeer het maar luchtig te houden, tenslotte is hij niet helemaal meer bij geest om dieper of verder op zaken in te gaan. Ben gewoon blij dat ik hem nog even zie.

Na het bezoek aan mijn opa ga ik samen met mij oom en zijn vriendin eten in hetzelfde restaurant waar ik na de uitvaart van mijn moeder ook met mijn vader en mijn oom en zijn vriendin gegeten heb. Ik krijg een soort van flashback.

Ik bestel dezelfde fles rode wijn, die ik toen met mijn vader gedronken heb. We praten na hoe het de afgelopen week is geweest. Het afscheid, de dagen er tussen en de uitvaart. Mijn oom vertelt ook enkele anekdotes over mijn ouders van vroeger. Ik merk aan hem dat hij stapelgek op ze is. Wat een fijn gevoel geeft me dit. We hebben een hele fijne avond met zijn drieeen. Ik ben blij dat ik even naar ze toe ben gegaan en mijn opa gezien heb. Ik heb nog familie merk ik.

Wikipedia zegt het volgende over familie. Er bestaat een verschil in in het gebruik van definities van familie-graden tussen genealogie en (erf)recht enerzijds en de medische zaken anderzijds. Ten eerste, voor wat betreft genealogie en (erf)recht: Iedereen heeft ouders; dit is de eerstegraads familie. De andere kinderen van die ouders zijn broers en zussen. Dit zijn tweedegraads verwanten. De ouders van die ouders zijn grootouders, of opa’s en oma’s. Ook grootouders worden als tweedegraads familie beschouwd.

De kinderen van die grootouders zijn ooms (mannelijk) en tantes (vrouwelijk). Dit is derdegraads familie, omdat er drie stappen tussen zitten: kind → ouder → grootouder → oom (nonkel) of tante. Degenen met wie ooms en tantes getrouwd zijn, vormen aangetrouwde familie. Hun kinderen zijn neven of nichten, en de beginpersoon is ook een neef (mannelijk) of nicht (vrouwelijk) van dezen. Voor die oom(s) en tante(s) is de beginpersoon ook een neef of nicht.

Onderweg naar huis loop ik de familie in mijn hoofd na. Ik heb mijn broer met zijn gezin nog, mijn opa (vader van mijn moeder), mijn oom (broer van mijn moeder) en zijn vriendin, mijn neef, mijn nicht met haar gezin en mijn tante (zus van mijn vader) met haar gezin. Meer wordt het niet. Conclusie: dun is de balans …