Natuurlijk heb ik wikipedia er op nageslagen. Een jojo is een stuk speelgoed. Oorspronkelijk werden ze van ivoor en terracotta schijfjes gemaakt, tegenwoordig bestaan er ook varianten van hout, kunststof en metaal. Een jojo bestaat uit twee ronde schijven van gelijke grootte die door middel van een klein asje aan elkaar zijn verbonden. Om dat asje is een touw gewikkeld. Aan het eind van het touw zit een lusje om een vinger (ring- of middelvinger) in te steken.
Door de jojo naar beneden te gooien rolt de jojo zich af en op de juiste manier weer op te trekken komt deze vanzelf weer naar boven. Eventueel bevindt zich om het asje nog een ringetje gevuld met kogellagertjes. Door een jojo met deze uitrusting krachtig naar beneden te gooien gaat deze ‘spinnen’. Hij blijft dan beneden, maar blijft ook door draaien. Door vervolgens een korte, trekkende beweging te maken rolt de jojo zich weer op.
Een jojo gaat omhoog en omlaag. Dan draait hij ook nog eens om zijn as. Dat gevoel heb ik vandaag ook nog, ik ga omhoog en omlaag in gevoel en emotie. Een soort jojo. Ik vind het niet fijn, maar weet dat ik er mee te maken heb. Het enige wat ik dan tegen mezelf zeg is dat ik het over me heen moet laten komen. Hetgeen ik dan ook maar doe. Ik houd me vast aan de gedachte als je de jojo op een neer laat gaan en niks doet dat hij vanzelf op een gegeven moment klaar is met omhoog en omlaag gaan. Hij stopt vanzelf met het draaien om zijn as.
Hopelijk gaat het straks wat beter met mijn gevoel. Deze dagen zitten er tussen en ik weet dat ze er voorlopig ook nog zullen blijven, de dagen van de jojo …