Einde …

Vanmorgen word ik wakker en heb het idee dat ik een surrealistische film zit. Ik word opgehaald door een van mijn vrienden om naar het verzorgingstehuis te gaan. Onderweg halen we nog even croissantjes en een ‘juutje’. Ik heb het idee dat het een lange dag kan gaan worden.

Het is rond tienen. In het verzorginstehuis besluit ik beneden op mijn broer te wachten om samen naar mijn vader te gaan. Na een kwartier krijg ik een berichtje van mijn broer dat hij in de file staat. Het kan wel even gaan duren. Ik besluit alvast naar boven gaan. Bij mijn vader zit inmiddels al zijn zus. Ik laat mijn vader weten dat ik er ook ben. Hij maakt een mompelend geluid en knikt een beetje. Mijn broer stuurt me nog een berichtje dat het echt nog wel even kan gaan duren voordat hij er is. Ik vraag hem wat hij wil. Wachten of beginnen met de palliatieve sedatie. Hij geeft met een berichtje aan. ‘Begin maar als jij het ook goed vindt.’ Inmiddels is de vriendin van mijn moeder ook gearriveerd. Aan de verpleegkundige geef ik aan dat er begonnen kan worden.

Ze moeten een en ander even voorbereiden. Na een kwartiertje begint daadwerkelijk het proces. Ik heb het moeilijk wanneer ik zie dat ze de eerste dosis slaapmedicatie toedienen. Ik schiet vol en laat mijn tranen de vrije loop. Ik realiseer me dat met enige tijd mijn vader daadwerkelijk komt te overlijden en er een einde gaat komen aan de veertien intensieve weken, die ik met hem en mijn broer heb meegemaakt. Gelukkig komt mijn broer binnen vijf minuten nadat de eerste slaapmedicatie is toegediend. Meteen laat hij mijn vader weten dat hij er is, door hem even vast te pakken.

Ik hoop dat mijn vader rustig tot slapen komt. Echter lijkt het er op dat hij heel onrustig is. Ik vraag een verpleegkundige of ze ons kan begeleiden tijdens het hele proces. Het zou helpen wanneer de verpleging aangeeft in welk stadium mijn vader verkeert. We krijgen uiteindelijk begeleiding van drie verplegers. Ze komen regelmatig polshoogte nemen en vertellen dan een en ander. Om beurten nemen er twee mensen (of soms drie of vier) mensen plaats bij mijn vader. Hij is niet alleen. Ook mijn broer en ik zijn niet alleen. Familie en vrienden van mijn vader zijn aanwezig. Dat doet mij in ieder geval erg goed. Het geeft veel steun. Ik zie dat mijn broer dat ook prettig vindt.

Mijn vader blijft onrustig. Dat is moeilijk om te zien. De verpleging besluit in overleg met de dokter om de dosissen op te hogen en frequenter toe te dienen. Ik hoop alleen dat mij vader rustiger wordt. Hij blijft vechten en de controle houden. We hopen allemaal dat hij zich er aan kan overgeven. Iedereen probeert deze boodschap ook over te brengen aan hem.

Er breekt een hele onrustige fase aan. Iedereen is gespannen en heeft het idee dat mijn vader er nog bij is. De dokter die een half eerder is geweest is heeft aangegeven dat mijn vader niet meer reageert op prikkels en reflexen. Hij geeft zelfs aan dat mijn vader ons niet meer kan horen. Er heerst een tijd lang verwarring. Na een twintigtal minuten besluit ik de verpleging en dokter nog maar eens te raadplegen. Deze geven uiteindelijk aan hem nog een hogere dosis te geven. Ook proberen ze het voor mijn vader zo comfortabel mogelijk te maken door hem even te verfrissen en goed te leggen.

Het lijkt er ineens op dat mijn vader zich overgeeft. Ik ga naast hem zitten en pak zijn hand vast. Steeds langzamer gaat zijn adem en steeds groter worden de tussenpozen. Net als bij mijn moeder heeft de verpleging uitgelegd dat dit een signaal is dat het niet meer lang kan duren voordat iemand overlijdt. Ik leg mijn hoofd tegen hem aan en denk alleen ‘ga maar pap, het is goed …’ ik voel zijn arm kouder worden en zie zijn gezicht bleker worden. Het lijkt er op alsof hij ons loslaat en gaat. Uiteindelijk houdt hij op met ademen. Na enige minuten kijk ik de verpleging aan en zeg ‘het is volgens mij zover’. Ik krijg een knikje. De tranen rennen over mijn wangen. Het is drie uur ’s middags.

De kamer van mijn vader is inmiddels gevuld met zijn zus en haar vriend, vriendinnen van mijn moeder en aanhang, mijn oom en zijn vriendin, mijn broer en ik. Ze laten ons alleen. Mijn broer en ik blijven even bij mijn vader . Wat een heftige intense periode hebben we beleefd. Het is even pittig met zijn drieeen. Na een twintigtal minuten besluiten we om mijn vader te verzorgen en even goed te leggen zodat de rest ook goed afscheid kan nemen.

Nadat iedereen afscheid van mijn vader heeft genomen en is weggegaan nemen mijn broer en ik de procedure met de verpleging door. Ik bel de uitvaartonderneming en de verpleging zorgt er voor dat mijn vader gewassen wordt zodat hij verzorgd vervoerd kan worden naar het verzorgingscentrum van de uitvaartonderneming.

Mijn broer en ik bedanken bij het weggaan het verplegend personeel voor de goede zorgen en fijne begeleiding van de dag. We nemen wat waardevolle spullen van mijn vader mee. Bij het verlaten van het verzorgingstehuis valt er ook een soort zware deken van mij af. Ik heb de afgelopen 10 maanden met mijn moeder en vader op mijn tenen gelopen merk ik. De laatste periode was erg zwaar en ik heb naar verlichting gesnakt.

Ik troost me nog maar eens met de gedachte dat ik van de week heb gedroomd dat mijn vader mijn moeder weer ziet. Dit is het einde van een slopende bijzondere en mooie periode voor velen, maar vooral voor mijn vader, mijn broer en ik.

Keuze …

Ik ga vanmorgen mijn broer ophalen om samen met hem naar mijn opa te gaan in Utrecht. Even voor kerst hebben wij te horen gekregen dat hij nog enkele dagen had. Hij leeft nog en hij heeft er nog zin in volgens mijn oom.

Bij mijn opa aangekomen zit deze kwiek en rechtop in zijn bed. Hij zit er vitaal bij voor een man, die terminaal ziek is, en onder de omstandigheden verkeerd dat hij niet meer geholpen wordt. Mijn oom is ook aanwezig. We drinken fijn samen koffie en kletsen een beetje over niks eigenlijk. Mijn oom concludeert dat mijn opa moppert en dat betekent dat het goed gaat. We besluiten om na een uurtje weg te gaan. Ik praat nog even met mijn oom na en leg uit dat het niet meer zal duren met mijn vader. We hebben een gesprek met de dokter vertel ik hem en beloof hem te bellen als ik duidelijkheid heb.

Onderweg naar Amsterdam belt de dokter van mijn vader ons in de auto. We spreken met hem af op de palliatieve afdeling. Voordat we naar de dokter gaan eten we nog snel een broodje in Amstelveen. Rond twee uur hebben we de afspraak.

In het verzorgingstehuis aangekomen melden we ons bij de verpleging van mijn vader. De dokter wordt gebeld en komt na een klein kwartiertje aan. We gaan naar een aparte kamer. Hij vraagt of wij bezwaar hebben of de studente geneeskunde, die stage loopt, bij het gesprek aanwezig is. Wat ons betreft is dit geen probleem.

De dokter is ochtend al bij mijn vader geweest. Hij concludeert dat het er niet goed uitziet. Feitelijk is de stervensfase al begonnen. We krijgen een bevestiging van ons gevoel. De dokter legt ons voor dat er de wens van mijn vader, waar mijn broer en ik van op de hoogte zijn, om in het geval van uitzichtloos leiden euthanasie aan te vragen met hem besproken is. Destijds ben ik zelf bij dit gesprek aanwezig geweest en samen met mijn vader hebben we de documentatie hier voor in orde gemaakt. De dokter stelt voor om mijn vader de keuze voor te leggen van euthanasie of palliatieve sedatie. We hebben ons  destijds door twee dokteren uitgebreid laten informeren over beide mogelijkheden. Euthanasie is het op hun eigen verzoek bespoedigen van de dood oftewel een actieve vorm van levensbeeindiging met een slaapmiddel gecombineerd met een spierverslapper en palliatieve sedatie is het toedienen van slaapmedicatie tijdens de stervensfase.

We gaan richting de kamer van mijn vader. Het is een bijzonder binnenkomen. We gaan zitten en de dokter start het gesprek met mijn vader. De dokter vraagt of mijn vader alles kan horen en goed begrijpt. Hij legt hem uit dat het niet goed gaat en mijn vader bevestigt dit. Voorzichtig begint de dokter met het voorleggen van de keuze. Het blijft even stil. Mijn broer en ik zeggen tegen mijn vader dat elke keuze de juiste is en dat wij achter hem staan. Hij moet voor zichzelf kiezen vinden wij. Na een tijdje geeft hij aan dat het ‘goed zo is’. Het blijft onduidelijk welke vorm hij kiest. De dokter raad mijn vader aan om de weg van de palliatieve sedatie te bewandelen. Mijn vader is het daar mee eens. Maar geeft aan dat hij mij aan het einde van de middag nog even zal bellen als wij met onze vader hebben gesproken.

De dokter verlaat de kamer en niet veel later komt de geestesbegeleider binnen. Hij is inmiddels op de hoogte dat het er niet goed uit ziet. Hij vraagt mijn vader wat hij wil. Het is tijd om los te laten en te gaan vertelt hij mijn vader. Wij vallen bij en geven wederom aan dat we achter zijn beslissing staan. Het is een bijzonder gesprek. Een paar maal wordt duidelijk dat mijn vader er wel klaar mee is.

Wanneer de geestesbegeleider de kamer verlaat pakken mijn broer mijn vaders handen vast en proberen hem gerust te stellen dat het goed is. Mijn vader brabbelt ‘hou je taai, het komt goed …’ Het is een emotioneel moment dat ik mijn hele leven nooit meer zal vergeten. Na een tijd besluiten mijn broer en ik om mijn vader even met rust te laten en kopje koffie te gaan drinken. We concluderen dat we duidelijkheid hebben en achter de beslissing staan. We vragen elkaar of het gaat …

Aan het einde van de middag heb ik contact met de dokter. We spreken af de weg van de palliatieve sedatie in te slaan en morgen in de ochtend daar mee te beginnen. Na dit gesprek overleg ik met mijn broer en gaan nogmaals met mijn vader praten wie hij nog wil zien. Ik bel iedereen, die mijn vader nog wil zien, op en vraag deze avond nog langs te komen. We besluiten wanneer mijn schoonzus binnenkomt om elkaar af te wisselen vanavond zodat zij naar hun kinderen kunnen wanneer ik terug kom. Ik ga snel een hapje eten bij mijn beste vriendin.

Iedereen is aanwezig wanneer ik terugkom. Ik leg iedereen voor dat zij morgenochtend ook aanwezig kunnen zijn bij het begin van de palliatieve sedatie. Iedereen zal er zijn morgen.

Langzamerhand gaat iedereen weg. Ik vraag slaapmedicatie voor mijn vader. Ik maak nog een keer zijn kamer voor de laatste keer in orde en doe de gordijnen dicht zodat hij rustig kan slapen. Het is inmiddels half elf.

De tranen glijden over mijn wangen in de auto. Onderweg bel ik met mijn vrienden om het nieuws te vertellen. Een is zelfs terug gekomen uit Belgie om vanavond met mij te kletsen en er voor me te zijn. Ik pik hem op voor het centraal station. We stoppen in de Spuistraat om wat te drinken. Ik ben blij dat hij er is. Na even gekletst te hebben stelt hij voor om naar huis te gaan en mij morgen op te halen om mij naar het verzorgingstehuis te brengen. Ik geef hem mijn auto mee.

Thuis besef ik me dat dit de eerste dag is in mijn verdere leven. Binnen niet al te lange tijd zijn mijn broer en ik wees. Wat heeft mijn vader een dappere keuze gemaakt …